“Ik had al geruime tijd een eigen accountantskantoor. Na een roerige tijd in mijn privéleven, merkte ik dat er dingen niet goed gingen op het werk. Ik vond het moeilijk om teksten af te maken, kon vaak niet op woorden komen en raakte van alles kwijt; autosleutels, mobiel etc. Mijn huisarts verwees mij door naar een neuroloog, die Lewy-Body dementie vaststelde.”
“Lang vond ik het moeilijk om over mijn ziekte te praten. Maar het werd snel duidelijk dat het niet meer lukte om bepaalde taken uit te voeren. Ik gebruikte smoesjes om te zorgen dat collega’s meegingen om zo fouten te voorkomen. Ik vond het lastig om te accepteren dat ik niet meer kon meedoen op het niveau dat ik gewend was, maar besloot op een gegeven moment toch openheid te geven op het werk.”
“Daar werd heel begripvol gereageerd. Omdat ik al dicht bij de pensioengerechtigde leeftijd zat, werd gekeken hoe ik nog een tijd aan het werk kon blijven. Mijn kinderen schoven aan bij deze gesprekken. Een groot deel van mijn taken droeg ik over aan collega’s, waardoor ik mij kon focussen op kleine dingen, kennisoverdracht en overleggen. Uiteindelijk ging ik met vervroegd pensioen.”