Een diagnose dementie betekent niet meteen dat iemand moet stoppen met werken. Vaak zijn er nog mogelijkheden om binnen het eigen werk actief te blijven, zeker als er tijdig aanpassingen worden gedaan. Denk in mogelijkheden en stel de wensen van de werknemer centraal. Wat iemand nog wíl en kán, is dan het uitgangspunt. Door samen in gesprek te gaan en relevante professionals te betrekken, zoals de bedrijfsarts of een arbeidsdeskundige, kunnen passende oplossingen worden gevonden. Meer lezen? Download de Inspiratiekit.
Bij vroege signalering kan de werknemer soms nog enige tijd (gedeeltelijk) aan het werk blijven bij de eigen werkgever. Maar ook naast een IVA-uitkering kan iemand nog actief zijn bij de eigen werkgever. Samen met een arbeidsdeskundige kunnen dan verschillende hulpmiddelen worden aangevraagd bij het UWV. Overweeg bijvoorbeeld een jobcoach in te schakelen: die kan net iets intensiever ondersteunen op de werkvloer.
Wie een IVA-uitkering ontvangt heeft geen re-integratieplicht. Dat betekent dat je zonder toestemming van het UWV vrijwilligerswerk kunt doen. Dat kan eventueel zelfs bij de eigen werkgever. Of denk eens aan Stichting DemenTalent: zij maken het specifiek voor mensen met dementie mogelijk om op allerlei manieren vrijwilligerswerk te doen.
Het kan enorm helpen om werkprocessen stapsgewijs op papier te zetten als geheugensteuntje. Misschien kan een collega helpen door als buddy beschikbaar te zijn voor vragen over de dagelijkse werkzaamheden.
Als je een IVA-uitkering ontvangt mag je in dienstverband tot 20% van je oude loon verdienen. Dat betekent dat je als werknemer met een IVA-uitkering nog een (beperkt) aantal uur mag werken als je dat wil. De werkgever kan diegene dan in (deeltijd)dienst houden en een no-riskpolis aanvragen. Als de werknemer ziek(er) wordt krijgt tot vijf jaar na het ontvangen van een IVA-uitkering een (aanvullende) Ziektewet-uitkering.
Met dementie actief blijven op de werkvloer vraagt om intensieve afstemming tussen werkgever en werknemer. Maar ook anderen kunnen een grote toegevoegde waarde hebben in het proces. Een partner of naaste van de persoon met dementie kan steun bieden en helpen een realistische inschatting te maken van wat mogelijk is. Ook de geregistreerd bedrijfsarts en de casemanager kunnen vanuit hun eigen rol grote toegevoegde waarde hebben.
Een voorbeeld van een praktische aanpassing op de werkvloer is creatief omgaan met werktijden. Voor werknemers met dementie is het waardevol om te werken op momenten waarop zij zich het beste voelen. Dat kan bijvoorbeeld door te kiezen voor deeltijdwerk en/of een flexibele werkstructuur.
Wie een IVA-uitkering ontvangt heeft geen re-integratieplicht. Dat betekent dat je zonder toestemming van het UWV vrijwilligerswerk kunt doen. Dat kan eventueel zelfs bij de eigen werkgever. Of denk eens aan Stichting DemenTalent: zij maken het specifiek voor mensen met dementie mogelijk om op allerlei manieren vrijwilligerswerk te doen.
Zelfs kleine aanpassingen – bijvoorbeeld in werkuren, taken of de werkomgeving – kunnen al helpen om een werkomgeving te creëren die beter aansluit op de mogelijkheden van de werknemer. Wees creatief en evalueer regelmatig: het ziekteverloop bij dementie is lastig te voorspellen is en de situatie moet voor iedereen werkbaar blijven.
Om de uitdagingen en mogelijkheden beter te begrijpen op de werkvloer, onderscheiden we een aantal fasen rondom werk en dementie.