Op deze pagina vind je gerichte informatie over werk en dementie speciaal voor bedrijfsartsen. Deze informatie kan ook relevant zijn voor andere arboprofessionals. Ontdek praktische tips, adviezen en hulpmiddelen om werknemers met dementie te begeleiden en passende ondersteuning op de werkvloer te bieden.
Hier vind je specifieke informatie voor bedrijfsartsen over de niet-pluis fase.
Vermoedens van dementie bij een werknemer
Als bedrijfsarts ben je vaak het eerste aanspreekpunt wanneer er zorgen zijn over de gezondheid van een werknemer. Bij vermoedens van dementie is het belangrijk om zorgvuldig en empathisch te werk te gaan. In de niet-pluis fase kan een werknemer veranderingen vertonen in gedrag, werkprestaties of fysieke gesteldheid die mogelijk wijzen op cognitieve achteruitgang. Dit kan voor zowel de werknemer als voor jou als bedrijfsarts verwarrend zijn, omdat de symptomen ook andere oorzaken kunnen hebben, zoals stress of een burn-out.
In deze fase is het van groot belang om eerst een grondige anamnese te doen en andere oorzaken uit te sluiten. Dementie is een complexe aandoening, en het is cruciaal om alle mogelijke factoren in overweging te nemen. De signaalkaart kan ook helpen om vermoedens van dementie meer helder te krijgen door specifieke symptomen en patronen in kaart te brengen die mogelijk wijzen op dementie op jonge leeftijd bij een werknemer.
Daarnaast kan een heteroanamnese een waardevolle aanvulling zijn in deze fase. Door een gesprek te voeren met de partner of een naaste, krijg je beter inzicht in veranderingen in het dagelijks functioneren en mogelijke signalen die de werknemer zelf niet opmerkt. Als de werknemer bezwaar heeft tegen een gesprek met een naaste, kun je dit op dat moment afhouden, maar het blijft een belangrijke optie om in overweging te nemen.
Bij vermoedens van dementie kun je ook de volgende stappen ondernemen:
Hier vind je specifieke informatie voor bedrijfsartsen over de fase na de diagnose.
De rol van de bedrijfsarts bij een werknemer met dementie op jonge leeftijd
Wanneer een werknemer de diagnose dementie krijgt, heeft dit vaak ingrijpende gevolgen, zowel op het werk als in het dagelijks leven. Als bedrijfsarts speel je een belangrijke rol in het begeleiden van zowel de werknemer als de werkgever bij het zoeken naar passende oplossingen. Iedere situatie is anders, en de ondersteuning moet aansluiten bij de specifieke mogelijkheden van de werknemer en de werkgever.
Wat betekent de diagnose voor werk?
Dementie op jonge leeftijd betekent niet per definitie dat iemand direct moet stoppen met werken. Voor sommige werknemers biedt werk nog structuur, sociale contacten en eigenwaarde, terwijl anderen door de cognitieve achteruitgang juist snel tegen problemen aanlopen. Het is belangrijk om samen met de werknemer en de werkgever te verkennen wat haalbaar is en welke aanpassingen mogelijk zijn. Vragen die in deze fase relevant zijn:
Als bedrijfsarts kun je een waardevolle rol spelen in het adviseren over de gevolgen voor werk. Dit kan bijvoorbeeld zijn:
Begeleiding en ondersteuning bieden: Helpen bij het in kaart brengen van de beperkingen en mogelijkheden, en samen met de werknemer en werkgever zoeken naar passende oplossingen.
Werken binnen de kaders van de Wet verbetering poortwachter: Helpen bij het opstellen van een realistisch plan van aanpak voor re-integratie of het voortzetten van werk binnen de verschillende mogelijkheden.
Samenwerking stimuleren: Adviseren over een multidisciplinaire aanpak, waarbij ook de leidinggevende, HR en eventueel een casemanager dementie betrokken kunnen worden.
Praktische aanpassingen verkennen: Denk aan taakversimpeling, flexibele werktijden of vermindering van werkdruk, afhankelijk van de situatie.
Voorlichting geven: Zowel aan de werknemer als aan de werkgever en collega’s, zodat er meer begrip ontstaat voor de werknemer en het werkklimaat zo ondersteunend mogelijk blijft.
Samen werken aan een passende oplossing
Niet elke werknemer zal in dezelfde mate door willen of kunnen werken, en het is belangrijk om hier in een vroeg stadium over in gesprek te gaan. De mate waarin werk mogelijk blijft, hangt af van de individuele situatie, het type werk en de bereidheid van de werkgever om aanpassingen te faciliteren.
Wil je meer weten over de regelzaken rondom werk en inkomen na de diagnose? In de informatiebrochure Regelwerk rondom werk & dementie staat meer informatie over de wettelijke kaders en mogelijke scenario’s.
Hier vind je specifieke informatie voor bedrijfsartsen over het actief blijven bij de eigen werkgever.
Aan het werk blijven met dementie
Wanneer een werknemer de diagnose dementie krijgt, roept dit vaak veel vragen op over werk en inzetbaarheid. Als bedrijfsarts speel je een cruciale rol in het begeleiden van zowel de werknemer als de werkgever bij het creëren van een positieve ervaring rondom werk.
Wat kun je als bedrijfsarts doen om aan het werk blijven mogelijk te maken?
Een open gesprek voeren en de situatie in kaart brengen
Een eerste stap is een zorgvuldig gesprek met de werknemer. Hoe staat hij of zij tegenover werk? Wat zijn de beperkingen, maar ook de mogelijkheden? Door goed te luisteren en inzicht te krijgen in de specifieke situatie, kun je adviseren over wat realistisch en verantwoord is.
Advies geven over werkaanpassingen
Op basis van de klachten en beperkingen kun je meedenken over mogelijke aanpassingen op de werkvloer. Dit kan variëren van taakverschuivingen en flexibele werktijden tot een rustige werkomgeving en extra begeleiding. Regelmatige evaluaties helpen om deze aanpassingen bij te sturen. Een beoordeling van de arbeidsgeschiktheid kan bijdragen om duidelijk te krijgen welke aspecten van het werk wel en welke niet meer kunnen. Ben hier ook eerlijk over naar de werknemer toe.
Samenwerking met werkgever en andere professionals
Naast direct contact met de werknemer is het belangrijk om ook de werkgever goed te begeleiden. Dit kan door in gesprek te gaan met HR en leidinggevenden over hoe zij de werknemer kunnen ondersteunen. Daarnaast speelt de bedrijfsarts een cruciale rol, niet alleen in het adviseren over mogelijke aanpassingen, maar ook in de beoordeling van de arbeids(on)geschiktheid. Dit betekent dat, zelfs wanneer een werknemer zich nog in staat voelt om te werken, de bedrijfsarts een professionele inschatting maakt of dit verantwoord is. Denk bijvoorbeeld aan een beroepschauffeur met Alzheimer, in zo’n geval kun je als bedrijfsarts tot de conclusie komen dat werken niet langer veilig of haalbaar is. De samenwerking met een casemanager dementie kan daarnaast helpen bij het opstellen van een realistisch plan. Waar mogelijk wordt rekening gehouden met de wensen van de werknemer, maar altijd binnen de grenzen van het advies van de bedrijfsarts zodat het verantwoord en passend is.
Verkennen van wet- en regelgeving
Als bedrijfsarts adviseer je over arbeidsongeschiktheid en relevante wetgeving, zoals de Wet verbetering poortwachter. Daarnaast kun je de werknemer en werkgever informeren over de mogelijkheden rondom een WIA-uitkering.
Vroegtijdig contact met het UWV en de verzekeringsarts
Het kan waardevol zijn om in deze fase al contact op te nemen met het UWV. Dit helpt om tijdig te anticiperen op mogelijke vervolgtrajecten, zoals een WIA-aanvraag of andere ondersteunende maatregelen. Vroegtijdige afstemming met het UWV kan onduidelijkheden wegnemen en ervoor zorgen dat de juiste stappen worden gezet. Op het moment dat je zeker weet dat werken niet meer mogelijk is, dan kan het zinvol zijn om contact te zoeken met een collega-verzekeringsarts om te zien welke inspanningen nog nodig zijn.
(Preventief) spreekuur bij de bedrijfsarts
Een (preventief) spreekuur bij de bedrijfsarts kan een belangrijke rol spelen in de fase waarin een werknemer met dementie nog aan het werk is. Tijdens dit spreekuur kan de werknemer in vertrouwen bespreken welke uitdagingen hij of zij ervaart en welke aanpassingen mogelijk kunnen bijdragen aan het behoud van werk. De bedrijfsarts kan helpen bij het inschatten van de belastbaarheid, adviseren over eventuele werkveranderingen en tijdig signaleren wanneer werken mogelijk niet meer verantwoord is. Dit voorkomt onverwachte problemen en zorgt ervoor dat zowel de werknemer als de werkgever goed voorbereid is op de toekomst.
Regelmatige evaluatie van aanpassingen
Wanneer er aanpassingen zijn gemaakt om werk mogelijk te houden, is het essentieel om deze regelmatig te evalueren. Door samen met de werknemer, werkgever, casemanager dementie en eventueel een naaste om tafel te gaan, kan er een realistisch plan worden opgesteld ten aanzien van werk. Dit plan houdt rekening met de mogelijkheden en beperkingen van de werknemer en biedt een kader voor verdere ondersteuning. Omdat de situatie van iemand met dementie kan veranderen, is het belangrijk dat werkafspraken en aanpassingen periodiek worden beoordeeld. Regelmatige evaluaties zorgen ervoor dat het plan actueel blijft en waar nodig wordt bijgestuurd, zodat er steeds een goede balans is tussen werkbelasting en welzijn.
Ondersteuning bieden in een complexe situatie
Door tijdig betrokken te zijn en samen te werken met alle betrokken partijen, kun je als bedrijfsarts een belangrijke rol spelen in het creëren van een positieve ervaring rondom werk en het ondersteunen van een zorgvuldige overgang naar een nieuwe fase.
Iedere werknemer met dementie heeft een unieke situatie. Als bedrijfsarts kun je bijdragen aan het vinden van maatwerkoplossingen die recht doen aan zowel de werknemer als de organisatie. De informatiebrochure Regelwerk rondom werk en dementie en de Inspiratiekit Actief blijven op de werkvloer met dementie bieden aanvullende informatie en concrete handvatten om dit proces te begeleiden.
Hier vind je specifieke informatie voor bedrijfsartsen rondom de fase stoppen met werk.
Wanneer een werknemer met dementie niet langer kan blijven werken, speelt de bedrijfsarts een essentiële rol in het begeleiden van dit proces. De focus ligt op de medische aspecten van belasting, belastbaarheid en gezond werken, maar ook op het beoordelen van arbeids(on)geschiktheid en het medisch onderbouwen van uitkeringsaanvragen. Bij een vervroegde WIA-aanvraag geeft de bedrijfsarts ook een verklaring af waaruit blijkt dat er echt geen mogelijkheden meer zijn om te werken binnen loonvormende arbeid.
Tijdig signaleren en begeleiden als werken niet meer lukt
Als bedrijfsarts is het belangrijk om in een vroeg stadium signalen op te vangen dat werken binnen loonvormende arbeid mogelijk niet meer haalbaar is. Regelmatige gesprekken met zowel de werknemer als de werkgever helpen om de belastbaarheid van de werknemer te beoordelen en tijdig passende maatregelen te nemen. De bedrijfsarts speelt hierin een adviserende en beoordelende rol, waarbij hij aangeeft wat medisch verantwoord is. Op basis van dit advies maken werkgever en werknemer samen afspraken over eventuele aanpassingen of, indien nodig, over een geleidelijke overgang naar het afscheid nemen van werk.
Beoordelen van arbeidsongeschiktheid en WIA-aanvraag
Als werken uiteindelijk niet meer mogelijk is, komt de bedrijfsarts in beeld bij het aanvragen van een uitkering. Dit proces omvat:
Ondersteuning van werkgever en werknemer bij de afwikkeling
Naast de medische beoordeling heeft de bedrijfsarts ook een rol in het begeleiden van de werkgever. Dit kan gaan om:
Psychosociale ondersteuning en doorverwijzing
Een diagnose dementie heeft grote impact, zowel op de werknemer als op zijn of haar omgeving. De bedrijfsarts kan een belangrijke rol spelen in:
Evaluatie en borging binnen de organisatie
Na het traject is het zinvol om binnen de organisatie te evalueren hoe de begeleiding is verlopen en welke lessen getrokken kunnen worden. De bedrijfsarts kan hierin adviseren over verbeteringen in beleid, protocollen en de ondersteuning van leidinggevenden bij toekomstige gevallen.
Een goed begeleide overgang helpt de werknemer om op een respectvolle manier afscheid te nemen van werk en zorgt ervoor dat de administratieve en juridische afwikkeling soepel verloopt.
Lees of beluister ook eens de ervaringen van anderen over werk en dementie.